Economen denken vanuit grondposities, markt en kapitaal.
Sommigen zijn micro, anderen macro. Maar ze denken altijd vanuit bestaande
paradigma’s die steeds weer uitkomen op zogenaamde verdienmodellen: ‘Er moet
meer binnen komen dan eruit gaat’ (geldelijk gezien dan, emotionele, spirituele
en ecologische kosten en baten worden niet gerekend). Een ware econoom kan niet buiten
de kaders van financiën denken en doen. Alles draait om markten, arbeidsmarkten
bijvoorbeeld. De mens dient te werken om het bestaan te verdienen. Arbeid
adelt.
En wat als de mens nu eens niet hoort te werken voor geld,
als dat – veel verdienen – nu eens niet het Walhalla inhoudt, wat dan? Wat als
het leven meer betekent dan je uit kunt drukken in Euro’s? Dan loopt de econoom
stuk. Dan verliest hij zijn reden van bestaan, zijn religie, zijn godheid.
Dan vervalt hij in redenaties waar termen als ‘verwend
gedrag’ of ‘luxe paarden’ veelvuldig in voorkomen. De econoom heeft gelijk,
vanuit het perspectief van kijken. Hij (en ik heb het bewust over een hij) kan
zich niet voorstellen dat er meer is op aarde dan de basisprincipes van zijn
vak. Hij (weer expliciet hij) vindt dat zijn vak, zijn wezen, zijn alter ego,
de redding van de mensheid is. Hij begrijpt niet dat er mensen zijn die een
groter heil verwachten van spirituele groei dan van een economische groei. En
zegt dan, ‘Kom erbij, doe als wij’. En als je dat niet doet ‘dan ben je dom’.
De econoom kan niet buiten zijn eigen kader denken.
Laten we wel zijn, we hebben onze maatschappij zo ingericht
dat de economie de voornaamste drijfveer en daarmee ook wetenschap is. Echter,
er zijn ook andere manieren van inrichting van een samenleving mogelijk.
Manieren waarbij de economie niet dominant, maar ondergeschikt is.
Ondergeschikt aan wat? Aan het leven zelf. Het leven zelf dwingt activiteit af.
Maar of die activiteit serieus meetelt, dat wordt momenteel meer ingegeven door
de economie dan door het leven.
Wil je een miljoen Euro achterlaten als je
sterft, of wil je persoonlijk gegroeid zijn en je kinderen neer hebben kunnen
zetten als stabiele zelfstandige mensen? Het een sluit het ander niet persé
uit, maar in de dagelijkse praktijk vechten die doelen vaak wel met elkaar.
Zolang we de economie als dominante factor blijven handhaven, zolang zullen
persoonlijke groei, opvoeding en opleiding, gezondheidszorg en geluk
ondergeschikt zijn aan de verdiende Euro’s, de werkgelegenheidsstatistieken,
financiële resultaten en tabellen. Dat wordt ratio genoemd. Volgens mij is dat
dom en weinig rationeel.
Ja, de industrialisatie neemt toe. Robotten doen het werk en
mensen worden daardoor overbodig. Overbodig? Dat vindt de econoom.
Werkeloosheid is een term die door hem is bedacht. Die mens echter, die niet
meer van negen tot vijf ‘meterstanden inklopt’ of ander
industriële, automatische handelingen hoeft te verrichten, verkrijgt daardoor
juist de vrijheid om zich verder te ontwikkelen. Tijd om boeken te lezen, tijd
om bij de kinderen te zijn, tijd om oma een goede oude dag te bezorgen
enzovoort, in plaats van te klokken op kantoor na drie kwartier file rijden.
Tijd dus voor een nieuwe economie, namelijk niet die van uren schrijven voor
nutteloze arbeid in dienst van een baas, maar die van waarde toevoegen waar je
dat wilt en denkt dat je dat kunt, zonder dat om te rekenen in Euro’s, zonder
je zorgen te hoeven maken over “verdienen”, want dat doet die machien voor jou.
En jij, jij hoeft alleen maar te leven, je kansen te onderzoeken en te leren. 'Geld speelt geen rol' zei Ollie B. Bommel al. Echter zolang wij de economie het
primaat blijven geven, zolang blijven we slaaf en speelt geld de voornaamste rol. Dat is een keuze.
###