Het is niet langer de vraag of we
sociale media gebruiken. Het is de vraag hoe we dat doen. Dat gaat veel dieper
en verder dan vrienden of ontvrienden, volgen of ontvolgen. Of je jezelf ermee
verrijkt of verarmt, dat is aan jou.
Daarnaast bepaalt je mensbeeld in
hoeverre je steeds over je virtuele schouder heen kijkt naar eventuele
misbruikers. Datzelfde doe je op straat; Zeg je de tegemoet lopende vreemdeling
goedendag, of steek je over met je gezicht afgewend? De meesten van ons
reageren op intuïtie en zullen de ene keer vriendelijk knikken en bij een ander
maar liever oversteken.
In feite kennen we de voor- en
nadelen van virtueel leven allemaal al. Je geeft je hele hebben en houden bloot
aan een onzichtbaar, ontelbaar publiek. De commercie maakt er dankbaar
(mis)gebruik van. Je vrienden zijn geen echte vrienden. In een aantal gevallen
ken je de facebookmakkers niet eens. En, facebook is advertisement for oneself. Je creëert een avatar, laat de wereld
weten dat je een boek hebt geschreven, een film gemaakt of een optreden hebt.
Allemaal waar, maar er is ook een
andere kant aan de sociale media. Je kunt facebook beschouwen als een grote
winkelstraat, wandelpromenade en bibliotheek, waar je doorheen loopt en steeds
weer vrienden tegenkomt. Vrienden die ver weg wonen of je buren zijn, die je
van heel vroeger kent of waar je gisteren nog naast zat in de bus. Je wandelt
ze voorbij, sommigen raak je even aan (like) en bij anderen sta je stil
(comment). Door de korte updates weet je in grote lijnen wat ze bezig houdt. Je
vraagt aan Jacques hoe zijn expositie was. Je reageert op Josefien haar
verjaardag. Omdat je weet dat Juul net gescheiden is, vraag je via de privé
chat aan haar hoe het met haar gaat. Ook al is ze verhuisd en woont ze
momenteel honderden kilometers bij je vandaan. Dit gesprek is tussen jou en
haar en je kunt het op ieder gewenst moment voortzetten.
Kortom, als je jezelf een beetje
inhoudt en niet op zoek gaat naar vrienden die je niet kent en die je tijdlijn
alleen maar vervuilen met hun berichten, dan is het een prachtige manier om
contact te onderhouden met mensen die je anders uit het oog zou verliezen.
En passant lees je in the Guardian of je volgt het nieuws op
AlJazeera. Door facebook en de andere sociale media kun je kennis nemen van andere
invalshoeken dan de klassiekers, zoals daar zijn de Nederlandse dagbladen en
televisieprogramma’s. De wereld ligt voor je open. Je kunt zo diep gaan als je
wilt. Je kunt zo oppervlakkig blijven als je wilt.
Blijft het privacy-deel. Je kunt
je profiel afschermen, dat klopt, maar of het dan ook daadwerkelijk beschermd
is tegen marketeers of kwaadwillende overheden? In feite gelooft niemand dat.
De vraag is of dat zo erg is. Bonus- en andere kortingskaarten registreren,
naast de pinpas (!), ons koopgedrag. Als we een marathon lopen, staan de foto’s
van het gevecht tegen jezelf binnen een mum van tijd online. Camera’s
registeren bewegingen op straat. Voor een legitimatiebewijs moet je een vingerafdruk
afgeven. Als je parkeert, betaal je met een chipknip nadat je het kenteken van
je auto hebt ingevoerd. Sommigen hebben een slimme meter, die registreert
precies hoeveel stroom je wanneer gebruikt. Kortom, alles wat er over jou te
weten valt, is al bekend.
Daarnaast, daarom, ontwikkelen mensen
een extra zintuig voor wat wel en wat niet echt is, ook in de virtuele wereld en
tegelijkertijd over wat wel en niet te delen – vandaar ook de hoeveelheid
nietszeggende berichten of advertisements
for oneself. Ze doen dat met vallen en opstaan. Ik durf te beweren dat de
generatie die nu geboren wordt, straks een legertje pubers vormt met een
feilloos gevoel voor virtueel informatie delen en opnemen.
De facebookers, twitteraars,
pinteresters etcetera werken bovendien samen in onverwachte coalities.
Wereldwijd zijn er meer dan 800 miljoen facebook gebruikers. Zij groeperen op
issue, op wat hen bindt. De hoeveelheid privé informatie die gedeeld wordt,
geeft het medium macht, maar ook de gebruikers. Zodra zich iets voordoet wat
men onacceptabel acht, komt de massa in opstand. En die massa weet elkaar te
vinden over landsgrenzen heen, over de diverse sociale media heen.
De echte machthebber hier is
Google. Die beheerst het spel. Totdat, er een tweede Google de ether in gaat,
en een derde. ‘De beer is los’, zou een oude keuterboer roepen. De sociale
media vormen een rizoom, een wortelstok die zich ondergronds vertakt en op
onverwachte plaatsen de kop boven steekt. Dit ondergrondse netwerk – iedereen
met een tuin kent de natuurlijke varianten zoals zevenblad die onuitroeibaar
lijken – bouwt van onderop, is flexibel en vormt stevige netwerken.
De zelforganisatie die daaruit
ontstaat, tussen mensen, kan zoals we hebben gezien dictators omverwerpen. En
ja, ook terroristische netwerken dienen. Het systeem van de sociale media kent
geen waardeoordeel. Het heeft geen moraal. De ethiek van de individuele
gebruiker bepaalt hoe deze daarmee omgaat. Net zoals je met een hockeystick
kunt hockeyen, maar evengoed iemand kunt doodknuppelen.
###