Een klein meisje vecht voor haar leven, onderkoeld in een couveuse. Ze weet niet eens wat het is, leven. Een dag oud, een dag in slaap. Toch zegt iets haar dat het de moeite waard is.
En bataille!
Een volwassen man neemt zijn leven. Vierenveertig jaar ervaring zeggen hem dat het nooit beter gaat worden. Hij is moe van de spoken in zijn hoofd. Rust!
Tussen hen door lopen de anderen, van huisdeur naar autoportier, van auto naar airconditioned kantoor. Iedere dag, behalve op de geïdealiseerde vrije dag, dan gaan ze naar de supermarkt, doen hun boekhouding, wieden onkruid omdat het moet. Eindelijk weekend! Avond voor de tv, of naar de kroeg, eten met vrienden en steeds maar weer dezelfde gesprekken.
Dat begint al jong, wanneer je naar school gaat. Het eerste wat je leert is je aanpassen, doen als de anderen. De kinderen die zich daartegen verzetten, daar weet ons systeem wel raad mee. Ze worden geknecht door leerplichtambtenaren als ze een keer te vaak te laat zijn, ook al was er onderweg van huis naar school een spin een web aan het weven of een stoeptegel die scheef lag en daardoor aandacht vroeg.
Of je hebt ADHD of een variant daarop en krijgt medicijnen tegen je drukte. Het is namelijk lastig, zo druk als jij bent. Zo snel afgeleid.
Als je geen ADHD of een variant erop hebt, maar wel enigszins afwijkt, dan ben je op z’n minst dyslectisch. Ook vrij lastig voor de leerkracht, want ja, er zitten 30 leerlingen in een klas. En allemaal hebben ze wel wat.
Nu zijn we er: Allemaal hebben ze wel wat.
Die kinderen zijn namelijk individuen, met eigen wensen, dromen, angsten, talenten enzovoort. En ze hebben nog (net) niet geleerd dat je eigenheid moet verstoppen. Daarvoor zitten ze in een klas met nog dertig anderen. Dat is wat ze daar moeten leren: Aanpassen. Conformeren biedt comfort.
Tussen het vechten voor je leven en de doodswens ligt een eindeloos schijnende leegte van soms wel tachtig jaren alledaagse verveling, zekerheden waarmee we onze tijd doden. We vergeten het existentiële gevecht waartoe we op aarde zijn. We conformeren aan comfort.
Dat meisje, die kleine leeuwin bleek tussen de lakens van hygiëne, onaangeraakt, zal zij, als ze wint, zich ooit laten temmen door de conventies die ons, haar soortgenoten, levend dood houden?
GODNONDEJU
Wij zijn sukkels. Wij leven niet. Wij zijn bang en doen maar liever niets. Tot we geraakt worden. Diep. Door iets wat op het scherp van leven en dood snijdt en wonden achterlaat die de vaste baan en de supermarkt niet kunnen helen. Iets wat we niet weg kunnen consumeren.
En wie dat niet lukt? Wie probeert het geheim van leven te ontdekken, een andere route neemt en vragen tegenkomt waarvan de antwoorden niet in de schappen van de super liggen. Die wordt of goeroe (en geconsumeerd) of uitgestoten.
Maar: Leven is risico’s nemen, ademen, rennen, slapen en vallen en nieuwsgierig zijn, je vooral wel laten afleiden – griezelend en gefascineerd - door een fabuleuze spin, stilstaan bij een ander. Als de man van vierenveertig dat had gevoeld was hij er misschien mee doorgegaan, met leven. Als de brave burger dat voelt, wordt hij minder braaf. Als je dood wilt, heb je in feite niets meer te verliezen, dan kun je er vol inbeuken. En als je wilt leven, geldt hetzelfde: En bataille!
Alleen voor degenen die noch dood willen noch willen leven, maar gewoon hun tijd uitzitten, telt dat ze de tijd moeten doden. Tot ze geraakt worden. Diep. Door iets wat op het scherp van leven en dood snijdt en wonden achterlaat die de vaste baan en de supermarkt niet kunnen helen.
Het kleine meisje in de couveuse weet het wel: zij leeft!
In die kleine steriele ruimte tussen de lakens van hygiëne.
Of het nu lang duurt of kort.
Mon enfant, ma petite, bonne route!
###
Geen opmerkingen:
Een reactie posten