donderdag 16 september 2010

Hondenleven


Mijn naam is Chico. Ik ben een border collie van zeven jaar oud. Sinds een week voel ik me beroerd. Ik heb erge honger, maar het eten dat ze me aanbieden, stinkt. Ze proberen van alles. Voor het eerst in mijn leven krijg ik eten wanneer ik wil en happen die ik nooit eerder proefde. Ze geven me pannenkoeken en chips, brood, soms met paté of filet Americain. Ik mag binnen poepen en mag het tempo bepalen als we in het bos wandelen. Eindelijk heb ik alles wat ik ooit wenste.

Net namen ze me mee naar dat huis waar een vreemde mengselgeur hangt van katten, andere honden en iets wat ik niet thuis kan brengen, maar het stinkt vreselijk, een of andere chemische lucht. Ik ging maar gewoon op de grond liggen en keek naar boven, naar de gezichten van de mensen in de kamer. Ze voerden een felle discussie. Ik hoorde mijn naam steeds en ze keken allemaal naar mij. Een slecht voorteken. Het werd stil. ik hoorde een traan breken op de marmoleum vloer.

Ze glimlachten en begonnen lieve woordjes tegen me te zeggen. Toen kreeg ik een prik. Nu moet ik me beter gaan voelen en de lekkere hapjes die ze me geven, wel lusten. Maar ik weet het al. Ik word niet meer beter. Ik voel de gezwellen in mijn buik groeien. Iedere dag, bijna ieder uur. Een beetje meer energie zou wel welkom zijn. Misschien kan ik nog een keer,

Morgenavond krijg ik de laatste prik. Ze zullen er allemaal bij zijn. Ook mijn drie vrienden met wie ik iedere dag door het bos ren en die ik zo vaak te slim af ben. Ik pak altijd als eerste de stok en ontwijk behendig de razendsnelle aanvallen van Addis, die een ware sprinter is. Ik heb zelfs van Zappa afgekeken hoe je moet zwemmen, vanwege, natuurlijk, die stok die verleidelijk spetterend kringelt in het stille water. Mijn lange witte manen vol modder als ik triomfantelijk de vijver uitspring. Kop en staart omhoog, dansend. En dan doen of ik die bewonderende blik van Snitsel niet zie.
Ze zullen me missen.

###

woensdag 15 september 2010

Wie het kind heeft, mag het houden


In de asielprocedures van de leden van Ethiopisch jeugdcircus, Afrisinia, is de Nederlandse overheid meer dan eens betrapt op leugens. Uit opgevraagd onderzoek blijkt dat de IND en buitenlandse zaken bijzonder goed weten dat de jongeren gevaar lopen bij terugkeer. Dat ondermeer de minister van Informatie van dictator Meles van Ethiopië het circus bestiert. Dat er in Ethiopië mensen gevangen zijn genomen omdat de jongeren niet zijn teruggekeerd, et cetera.

Star volhardend in het gejok, zet diezelfde Nederlandse overheid de jongeren op straat en bedreigt ze met uitzetting naar het thuisland waar ze onmiddellijk in vieze, hongerige, overvolle gevangenissen belanden, omdat ze vrij willen kunnen zeggen wat ze denken en beslissen over hun eigen levens.

Een paar particulieren trekt zich het lot van de jongeren aan en probeert hen te helpen overleven. Wanneer deze Nederlandse staatsburgers voor hulp aankloppen bij maatschappelijke organisaties, luidt het antwoord: ‘U bent eindverantwoordelijk. U heeft ze van de straat geraapt.’

Dus: we hebben te maken met een leugenachtige overheid, die haar taakopvatting niet helder heeft en voor wie de universele rechten van de mens te veel lettergrepen bevatten om ze te kunnen begrijpen, laat staan, naleven.
We lijden onder wegduikende (door die liegende overheid, van ons belastinggeld gesubsidieerde) maatschappelijke organisaties die elke verantwoordelijkheid afschuiven.
En ondertussen verkwanselen we dat beetje democratie wat nog rondwaart als een vale geest. We laten ons gewillig knechten, waarna we als potvissen allemaal samen het strand op zwemmen in een collectieve poging onze eigen vrijheid (van meningsuiting, godsdienst en alles wat ons lief is) te smoren in een massale monddoding, zodat onze kinderen en kleinkinderen straks het land moeten ontvluchten om vrij te kunnen zeggen wat ze denken en beslissen over hun eigen levens. Nu maar hopen dat ons nageslacht het beter treft in hun refuge dan de kinderen van het Ethiopisch jeugdcircus.

###

woensdag 1 september 2010

Er komt een priester bij de notaris



De man op leeftijd moet even wachten op een rode bank. Hij kijkt rond. Achter de muur tegenover hem zitten de meisjes van de receptie. Boven de meisjes hangt een enorm geel doek waarop geschreven: ‘God ziet alles’. De muur staat los in de ruimte. Je kunt er links en rechts langs lopen. Het schilderij gaf hem een ongemakkelijk gevoel. De priester voelt zijn adamsappel tegen de strakke witte boord van zijn geloof aan schuren. Hij probeert die wat te lossen met zijn wijsvinger.

Het schilderij dat tegenover de bank hangt waarop hij zit, is gelukkig minder confronterend. Licht van kleur, het blauw van de maagd. Er staat een olifant op. De priester ziet niet dat het een schijtende olifant is. Op zijn leeftijd word je een beetje kippig.

Zijn notaris laat even op zich wachten. De priester kent hem allang. Priesters en notarissen kunnen bij elkaar te biecht. De inrichting van dit nieuwe kantoor verbaast de man van god enigszins. Het is wel erg modern. Dan valt zijn blik op een schilderij naast hem, beeld van een zwangere vrouw. De baby is zichtbaar alsof het een röntgen betreft. Papier geplakt op olieverf. Kind in stuitligging. De priester zweet terwijl hij naar het onbedekte kruis van de zwangere kijkt. Het wordt hem teveel.

De schilder, Joost Sicking, bespreekt seks, religie en macht. De priester voelt dat maar wat goed aan. Seks, religie en macht hebben zijn leven bepaald. Hij was de tweede zoon, degene die naar het seminarie moest. Daar werd hij gevormd. Zijn witte boord zit nog steeds te strak. Hij sluit zijn ogen. Misbruikt worden en misbruiken. Hij vraagt zich niet af wat het ergst is. God ziet alles, scanderen zijn gedachten. Hij tast in zijn jaszak. In zijn portemonnee zit een sticker met daarop de url van het parochieblad. Hij staat op en kijkt zijdelings naar de verboden vrucht waaruit baby’s geboren worden. Snel trekt hij het papier van de plakrand. Kijkt om zich heen. Niemand. De meisjes achter de muur voeren kwetterende telefoongesprekken. Nog harder zwetend plakt hij de sticker op de genitaliën van de zwangere. Dan valt hij neer in de rode bank.

De notaris komt joviaal op hem af. Hij schijnt niets te merken en neemt de priester mee naar een van de spreekkamers. Overal schilderijen. De priester drinkt een glaasje water, terwijl hij staart naar ‘Kruis met pin up girl’. Hij probeert niet te kijken naar de wulpse meid die haar borsten verleidelijk hangt naar de Christus op het doek.

Afbeelding: Joost Sicking, Zwangere vrouw, mixed media, 185x75cm. 1967

###

vrijdag 20 augustus 2010

Meer verleden dan toekomst

Er ligt een deken over mijn bestaan. Mijn ogen krimpen in mijn gezicht. Ik voel de afgrond naderen en doe niets om van koers te veranderen. Als een bang dier in wit licht zit ik en wacht op het onheil. Louis heeft verkeerde keuzes gemaakt waardoor zijn leven waardeloos werd. Het huwelijk met Yvonne was daar een van. Hij had eerder in moeten grijpen. En bij sturen. Dan was alles anders geweest. Dan had hij die hartaanval niet gekregen.
De dagen na zijn begrafenis komen oude vrienden van hem langs. Ze vertellen over vroeger, over het soort man dat hij was. Rond zijn vijftigste heeft hij zich af laten kopen. Hij verkocht zijn kunsthandel onder de voorwaarde dat hij nooit meer iets in de kunst zou doen. Daarmee goot hij de jus uit zijn leven en verloor het vermogen te dansen. Hij werd de knorrige oude man die in mijn taxi stapte.
Het is net of je op een gegeven moment als je meer verleden dan toekomst hebt, het zwaartepunt legt op wat voorbij is en de toekomst niet meer stuurt. De weg voor je ligt vast en wijst steevast in de richting van de dood. Je kunt niet meer bijbuigen of omdraaien. Hoe meer je dat probeert, des te zieliger wordt het.
Hoe word je oud? Ma koos voor dementie. Wat kies ik? Hoe krijgen die anderen het voor elkaar zo zorgeloos op terrassen te zitten? Voelen ze dan niet ook dat ze iets moeten doen. Maar wat dan? Wat kun je doen om de traagheid van de dagen te doorbreken en invulling te geven. Als je daar op mijn leeftijd nog niet achter bent, kom je er nooit meer achter. Je bent niet langer een belofte aan jezelf. Je bent je eigen vleesgeworden nachtmerrie. Steeds herinner je jezelf aan je lege bestaan. Wat is nodig om het te vullen en juichend op te staan over weer een nieuwe dag. Hoe genieten?
Routines helpen om niet na te denken over de zin. Tot je natuurlijk op de zoveelste vakantie in Frankrijk je afvraagt waar je je dagen mee slijt.
Is het een fase waar je doorheen moet, zoals de puberteit? Niemand heeft me geleerd hoe ik oud moet worden. Hoe om te gaan met het half lege glas. Dat niet meer bijgeschonken wordt. Wat als ik doodga en niets van mijn leven heb gemaakt? Wat is dat eigenlijk, iets van je leven maken? Ik verlang terug naar de zorgeloosheid die me hier heeft gebracht, naar het gebrek aan diepgang. De dwaling die de verkeerde kant op wees.
Ik ben bang voor de dood. Daarom kan het maar beter snel gebeurd zijn. Dan ben ik er vanaf. Net als wanneer je een toespraak moet houden met bibberende knieën voor een onwillig publiek. Je laat de kans voorbijgaan om iets van belang te zeggen omdat je wilt dat het zo snel mogelijk over is en je van de houten verhoging af mag stappen. Je durft jezelf niet te relativeren omdat anderen het dan misschien ook gaan doen. Je kijkt niet met open blik de zaal in, maar mompelt onverstaanbaar gemeenplaatsen. Je leeft niet. Je gaat al in je kist liggen en wacht. Op het onvermijdelijke. In de hoop en even grote vrees dat het snel voorbij is.

Uit: Samya, verkocht (werktitel)
Afbeelding: Detail, Joost Sicking


###

donderdag 19 augustus 2010

It ain’t no pick nick

Spoiled as we are, we think we are immortal and can do anything we want. Especially in summertime: Holidays!!!!

Then shit happens and friends start to die. All of a sudden. They don’t care if it is summer or not, whether there are holidays or not, they just drop out of life.

What is left is: missing battling insecurity – I can be next… - A startling awareness, though it should not surprise anyone: we are born to die.

Our companions are too young to knock on St Peters’ door and so are we. Our lives haven’t been fulfilled, because we wasted time. It is no secret that one goes when the time is there, not before the earthly task is fulfilled. Wasting time has a purpose from that point of view; it prevents us from reaching our goal in life and therefore, logically, prolongs the stay.

But John didn’t succeed in protracting and God knows he wasted lots and lots of time. Neither did Mary, or Ron for that matter. That is the scary part. I spent my days playing and partying too. Looking at the evidence this is not going to buy me extra years, on the contrary.

Now I am in a hurry, holus-bolus. To do what? To fulfil my life’s purpose. What purpose? Where’s the purpose? Did I loose it, give it away, put it in a shoebox under the bed? Where’s my fucking purpose? What if there’s no purpose......? No sense….

Silence


###

zondag 8 augustus 2010

Informatie en ethiek

Monologue interieur van Pia, bekende Nederlander

Op straat word ik herkend. Ik doe of ik het niet hoor. Nieuwslezers beginnen een soort heldenstatus te krijgen. Ze zijn de gidsen van de gewone man die zich verstrengeld weet door de info jungle. Er zoemt zoveel informatie, blogs, actualiteiten, meningen, verborgen commercials door de ether dat het filteren van nieuwsfeiten weer een vak is geworden.

Onze dienst wordt betaald door de overheid. Mijn baas vergadert wekelijks met de minister van Informatie & Ethiek over de berichtgeving. ‘Vrijheid van meningsuiting is het grootste goed van de samenleving’, luidt de slogan waarachter zich een ideologie verschuilt over wat de overheid goed vindt en wat slecht. Vrijheid en veiligheid zijn langzaam aan synoniem geworden, ingegeven door een drang naar absolute macht die gesluierd door de democratie waart.

Het kabinet dat onze informatiedienst oprichtte, een linkse club met rechtse ideeën, bedacht dat de veelheid stemmen leidde tot zo’n kakofonie dat niemand meer weet wat waar is en wie de experts zijn. Iedereen is zelfuitgeroepen expert geworden op de meest uiteenlopende terreinen. Op het hoogtepunt van de massale geruchtenmachine, toen niemand meer wist wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe, toen de professionele journalistiek een wisse dood naderde, gesmoord in het geblaat van een kudde met meningen, kwam het kabinetsvoorstel om een Ministerie voor Informatie & Ethiek op te richten.
De voornaamste taak van dit ministerie zou zijn een objectieve en betrouwbare nieuwszender in de ether te brengen en het volk van nieuws te voorzien.

‘Is objectieve journalistiek überhaupt wel mogelijk?’ vroeg de hoofdredacteur van een noodlijdende krant. ‘Ethische journalistiek daarentegen bestaat wel. Dat is wat wij doen: hoor en wederhoor. Daarvoor is geen door de overheid gefinancierde en bestuurde nieuwszender nodig. We kunnen beter onderzoeken hoe we de bestaande professionele journalistieke infrastructuur van ons land in tact houden. Onafhankelijke pers is van levensbelang voor een democratie.’

Hoon was zijn deel. Een blind paard kon zien dat het voor de gewone burger onmogelijk was geworden hoofd- van bijzaken te onderscheiden. ‘We moeten de mensen helpen weer richting te vinden. Dat is onze taak als overheid. Dat kun je niet aan de markt overlaten,’ zalfde de minister president.

Vijf jaar geleden werd ik aangenomen als nieuwslezer en langzaam begonnen mensen mij als expert te zien, als gids. Ik krijg zelfs brieven waarin me om raad gevraagd wordt. Die brieven worden beantwoord door het secretariaat van het ministerie. De antwoorden zijn altijd in lijn met het overheidsbeleid. Net als het nieuws wat wij brengen.

De wet op sleutelplicht, die voorschrijft dat politie op elk moment zonder opgaaf van reden bij burgers binnen mag treden met gebruik van de door de burger zelf afgegeven huissleutel, was razendsnel klaar. Alsof ie al klaar lag. Sleutelplicht is onderdeel van De Veiligheidswet, die de overheid meer bevoegdheden geeft om burgers te controleren en zonodig preventief vast te zetten.

De communicatie rondom deze wet is volledig en goed voorbereid door onze dienst. We stortten een lawine aan berichten over de ontsporende samenleving in de ether. De roep om controle groeide en de regering bleek het volk graag ter wille.

Sneak preview uit Wat de Hel!

###

dinsdag 3 augustus 2010

www.sicking.nl

Joost Sicking, sterfbed vader, houtskool op papier, 1961

Quite a job, fixing Dad's website. Rewarding too, meet a lot of old memories as well as new discoveries. Site is not ready yet. Don't know when...... but am scanning the whole lot and find beautiful and funny things. This one is beautiful and dramatic as well. It is a drawing (charcoal) of my grandfather on his deathbed. Joost was sitting beside him, watching over him and made a whole series of intimate portraits. Date: May, 1961