vrijdag 26 november 2010

City of man


Joost made wooden sculptures, back in the sixties, a design for a city of men. They were flat, two dimensional. One side was coloured, the other side was black and white. Facing the group you saw all black and white or all coloured.
Found photo's of them today, only one of them survived in the real world: Tante Antje. And the Lady, she survived too, but she's not in a good shape. Getting old is hard, I pressume.

###

donderdag 25 november 2010

Wat is veilig?

Een toenemend aantal Nederlandse Kamerleden blijkt een strafblad te hebben, niet voor de geringste vergrijpen: geweldpleging, fraude en oplichterij.

Kinderen van 14 moeten zich legitimeren en voor dat legitimatiebewijs worden hun vingerafdrukken genomen op het stadhuis.

Minister Gerd Leers verzwijgt op 4 november in de Tweede Kamer een brief van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), waarin staat dat Iraakse asielzoekers (nog) niet gedeporteerd mogen worden.

Een volgende brief van het EHRM, waarin staat dat het ‘passend’ (appropriate) is om asiel aanvragen van mensen uit Irak individueel te behandelen, wordt door dezelfde minister Leers (Christen Democraat) uitgelegd als: Irakezen kunnen terug, tenzij ...

Mensenrechtenhof toetst gedwongen terugkeer naar Irak weer individueel
Posted by admin on November 25, 2010 ·
De algemene regel dat uitgeprocedeerde asielzoekers niet naar Irak uitgezet kunnen worden, is van de baan. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zal bezwaren van asielzoekers tegen gedwongen terugkeer
naar Irak weer individueel beoordelen.
Het is in Irak niet zó onveilig dat élke gedwongen terugkeer automatisch
een schending van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
oplevert.
Dat schrijft minister Leers (Immigratie en Asiel) aan de Tweede Kamer. Hij
reageert daarmee op een brief die hij vandaag van het EHRM kreeg.
bron: jurio.nl


In Bagdad zijn op 2 november 100 mensen omgekomen bij een serie bomaanslagen. Zo’n 200 mensen raakten gewond.

Onbetrouwbare overheden leggen vrijheidsbeperkende maatregelen op onder het mom van ‘veiligheid’. Houden hiermee een compleet apparaat pennenlikkende ambtenaren en stoere veiligheidsbeambten in stand. Die houden ons in de gaten. Die mogen ons op straat aanhouden en verordonneren ons te legitimeren. Die sturen mensen die om hulp vragen terug naar landen waar met bommen gegooid wordt.
En de Nederlandse burger betaalt, met Euro’s, maar, erger nog, ook met vrijheid. Om zich te laten regeren door leugenaars, draaikonten en een handvol veroordeelde criminelen.

Wat is veilig?

afbeelding: brief EHRM d.d. 23.11.2010 bron: www.rijksoverheid.nl

###

woensdag 24 november 2010

Uitzetten per persoon of als groep? Wat het makkelijkst is

De IND kijkt naar asielzoekers die als groep komen uit dezelfde (beroerde) situatie als individuen en mensen die toevallig uit hetzelfde land komen, maar elkaar waarschijnlijk niet eens kennen, krijgen een groepsbehandeling. Net hoe het uitkomt. Hoe kunnen we vluchtelingen zoveel mogelijk ‘NEE’ verkopen?

Nederland mag Iraakse asielzoekers niet uitzetten, vindt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In een bericht op vreemdelingenblog zegt Vluchtelingenwerk dat Europa verordonneert ‘per persoon uit te zoeken of terugkeer veilig is’.

Afrisinia is een Ethiopisch jeugdcircus dat bestaat uit 16 jongeren die drie jaar geleden asiel aanvroegen in Nederland. De kern van hun individuele verhalen was bij allen hetzelfde: misbruik, slavernij en onderdrukking door het circusmanagement waar o.a. de minister van propaganda van het dictatoriale Ethiopische regiem deel van uitmaakt.

De IND weigerde naar de verbanden en overeenkomsten tussen de verhalen te kijken. Meerdere malen werd gezegd dat een asielaanvraag een individuele en persoonlijke kwestie is.... en het feit dat de jongeren elkaars verklaringen bevestigen was van nul en generlei belang voor de beoordeling.

Voor Iraakse asielzoekers, die los van elkaar hier strandden, geldt kennelijk het omgekeerde: zij worden als groep behandeld.

Hoe de wind waait, waait de ambtenaar van Neerlands uitzetorganisatie. Gelukkig hebben we Europa!

###

dinsdag 23 november 2010

What's in a name?

Galerie Hüsstege 40 jaar – 40 jaar Galerie Hüsstege, nu Galerie Majke Hüsstege, maar ‘What’s in a name?’ vroeg Shakespeare zich af. Heel wat, argumenteert Harry Mulisch in ‘de Procedure’: stel je voor dat Jesus Christus Maurice had geheten...

Goed, Galerie Majke Hüsstege dan. Het scheelt tenslotte maar vijf letters en Majke was vijf jaar toen haar moeder Ria de 18e galerie in Amsterdam opende. De achttiende??? Moet je nu eens door de hoofdstad of enig andere stad lopen, het stikt er van de galeries. Zelfs ieder zichzelf respecterend dorp heeft tegenwoordig een galerietje of twee, tussen het café en de friettent in.

Die galerietjes komen en gaan. Sommige zijn goedbedoelde initiatieven om de beeldende kunst dichter bij de mens te brengen, anderen denken dat er geld te verdienen is aan beelden en schilderijen (haha)

Maar galeries die veertig jaar lang het hedendaagse kunstlandschap van Nederland beschilderd hebben en steeds actueel blijven, daarvan zijn er niet zoveel.

Misschien heeft Majke daarom tien jaar geleden haar eigen naam tussen de aanduiding ‘galerie’ en de familienaam ‘Hüsstege’ geplaatst. Om te duiden dat de galerie zich verjongt. Om te duiden dat de moeder (Ria) weliswaar een naam vestigde, maar de dochter trekt haar eigen plan.

Dat wil dus zeggen dat Harry Mulisch gelijk heeft: de naam doet ertoe.
Maar: ‘What about age?’ De thema tentoonstelling waarmee Ria begin jaren negentig haar 50e verjaardag vierde, stelde die vraag. In dit geval ondermijnt de naam de leeftijd. En dat is maar goed ook: een galerie voor hedendaagse kunst moet jong blijven, no matter what age.

Zelf kijken? www.majkehusstege.nl of gewoon even binnen lopen, Verwersstraat 28 Den Bosch


###

Onbetrouwbare overheid !?!!!


De Nederlandse overheid wordt onbetrouwbaar genoemd wanneer het subsidies voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie bronnen betreft: windmolenparken vergen grote investeringen die de ene keer wel en de andere keer geen overheidssubsidie ontvangen: de wind waait, zoals het rokje... Daar kun je geen 20 jarig investeringsplan op baseren, vinden de energiemaatschappijen, terecht.

De Nederlandse overheid dwong onze energie maatschappijen om op te splitsen en draaide de duimschroef steeds strakker aan. Essent is inmiddels niet meer dan een naam: we hebben de afsplitsing Enexis, voor de kabels en leidingen en RWE, de Duitser, voor productie en levering, om maar een voorbeeld te noemen.

Maar behalve voor het bedrijfsleven (de economie?) is de overheid nog vele malen onbetrouwbaarder voor de vluchteling (de economie van morgen?)

In Nederland hebben vluchtelingen, of zo je wilt, asielzoekers, bij lange na niet dezelfde rechten als inboorlingen (Nederlanders dus). Iedere vluchteling moet zich melden. En wordt vervolgens verhoord. De interviews zijn er op gericht om mensen uit te zetten, niet om mensen te helpen (hier, in het land van herkomst of elders). Met andere woorden de Nederlandse overheid, ditmaal vertegenwoordigd door het uitvoerende orgaan IND, verhoort mensen met een bepaalde intentie: uitzetten. Want die jongens en meisjes die daar werken moeten hun targets halen... Dan krijgen ze promotie en een schouderklopje van de baas.

Dat de gehele asielprocedure oneerlijk is, is tot daar aan toe. Daar hebben wij Nederlanders samen voor gekozen, zoals het in een democratie betaamt.

Maar daarnaast liegt de IND gewoon in de rechtbank en zelfs tot in de Tweede Kamer. Een voorbeeld van zulk een triestigheid bleek onlangs weer tijdens het debat over Irakese vluchtelingen. Bijna twee weken voor aanvang van het debat (22 oktober) deed het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de uitspraak dat deze Irakezen niet uitgezet mochten worden. Waarom? Omdat de mensen gevaar lopen. Dat wist de IND, die moet rapporteren aan minister Leers. Toch werd die brief niet meegenomen in het debat.

Wie spreekt een uitvoerder (IND) aan??? Ik heb nog geen kritische geluiden gehoord. Asielzoekers worden met schering en inslag uitgezet omdat hun verhalen ‘inconsistent en ongeloofwaardig’ geacht worden, door een orgaan (betaald van ons belastinggeld) dat zelf doorlopend liegt.
Geloof me, het voorbeeld met de Irakezen is niet het enige wat ik ken. Ik kan er zo nog een paar reproduceren. Uit eigen ervaring.

We laten ons lekker in de luren leggen. Wij, brave burgers, die de wet naleven. Wetten die worden geschreven in Den Haag, door veroordeelde misdadigers, maar dat vergeten we even, voor onze gemoedsrust.

Stop maar lekker voor een rood licht, papa. Wacht maar rustig tot het groen wordt, en maak je geen zorgen over de mensen die de knoppen bedienen, ze zijn immers democratisch gekozen... 50% + 1, en niet gescreend zoals een paboleerling die stage loopt en ieder 3 à 4 maanden opnieuw €40,- moet betalen voor een verklaring van goed gedrag.

Wij volgen de meerderheid plus een. We screenen onze onderwijzers. We deporteren vluchtelingen, afhankelijk van quota. En we laten ons regeren door een stelletje criminele malloten. Ieder volk krijgt de regering die het verdient. Proficiat Nederland!

###

vrijdag 19 november 2010

Een nieuw bankBILjet

Barend van Hoek, een nieuw bankbiljet, 180x150cm, 2010

Ook stoer, maar met absurd gevoel voor humor, is Barend van Hoek: een halfontklede vrouw kijkt verstoord om naar de voyeuristische schilder. Titel: ‘Een nieuw bankbiljet’.
Majke Hüsstege heeft een tip voor minister De Jager van Financiën: ‘Zulke billen trekken kunst en economie in 1 ruk uit het slop’. Het bewuste schilderij is te zien in de Verwersstraat in Den Bosch. www.majkehusstege.nl

###

zondag 14 november 2010

de kosten van de jacht


‘Het computersysteem INDiGO van de Integratie- en Naturalisatiedienst (IND) kost tachtig miljoen euro. Het zou in staat moeten zijn om gegevens van bijvoorbeeld de Sociale Verzekeringsbank, het UWV en de Arbeidsinspectie te koppelen aan bestanden van de IND.’ www.nos.nl

80 miljoen Euro om gegevens te koppelen van mensen die niet mogen werken, geen uitkering krijgen, niet verzekerd zijn??? en het land dienen te verlaten....

Als de IND haar werk goed zou doen, was de koppeling niet nodig. Gelukkig doet de IND haar werk niet goed.

Daarom gooien we belastinggeld naar ontwerpers van onzinnige computersystemen die de privacy en vrijheid van mensen aantasten – niet alleen van vreemdelingen!!-
Ondertussen blijven we ook de salarissen van incompetente jagers betalen.

De kosten van uitsluiting, jacht op mensen en vals veiligheidsgevoel zijn vele malen hoger dan nu in Euro’s wordt berekend.

###

zaterdag 13 november 2010

Sans papiers

‘Je kunt hier niet blijven en zult terug moeten naar je eigen land. Als je meewerkt, ga je vrijwillig. Als je niet meewerkt, sturen wij je.’ De Terugkeerambtenaar kijkt me strak aan. ‘Heb je me begrepen?’ Ik knik. ‘Werk je mee? Naar welke ambassade kunnen we gaan om een passe-partout voor je te regelen?’ Ik zwijg. Terug naar Nigeria? Ik heb over vrouwen gehoord die in Lagos afgeleverd werden door Westerse politie. Iedereen spreekt schande van hen. Ze komen uit het vliegtuig zonder zelfs ook maar een plastik tas met kleren bij zich te hebben. Daar wacht de Nigeriaanse politie hen op. Maakt grappen over de hoeren van de blanke.
De handelsvrouw die het vertelde had het zelf gezien. ‘Ik zag zelfs een heel jong meisje, misschien maar dertien jaar oud. Haar lege ogen keken door me heen. Het waren de ogen van een oude zieke vrouw,’ zei de marketeerster terwijl ze stoffen voor ons uitspreidde in de hoop dat wij iets kochten. ‘Ze moeten ook parade lopen langs joelende mannen en daarna gaan ze de gevangenis in.’
Onze nationale, Nigeriaanse gevangenis is de laatste plaats waar je wilt zijn, volgens de stoffenverkoopster. ‘Er is net genoeg ruimte voor iedereen om te liggen. In de nacht kruipen kakkerlakken over je heen. Ratten knagen aan je voeten. Sommige mensen worden wakker zonder grote teen. Het stinkt er naar ziekte en dood.’
Om haar woorden kracht bij te zetten, liet ze me aan een rattenlijk ruiken. ‘De prostituees uit Europa moeten een AIDS test doen. Niet om hen te helpen of geneesmiddelen te geven, maar om ze te brandmerken voor de rest van hun onzalige leven, als voorbeeld voor andere meisjes.
Daarna worden ze naar hun dorpen en ouders gebracht. Ouders die hen helemaal niet terugwillen, besmeurd door blank zaad. Ik zou mijn dochter ook niet meer aanraken,’ betoogde de vrouw en rekende ondertussen hoeveel een meter stof mijn moeder zou kosten.
‘Ik hoorde van een meisje dat haar schuld niet betaald had en teruggebracht werd naar de handelaren, degenen die haar naar Europa hadden gebracht. Die staken het huis van haar ouders in brand en brachten haar gewoon nog een keer naar Europa. Ze is gek geworden en dwaalt dakloos door Rome.’
Nu ben ik ook zo’n vrouw, een hoer van de blanke. Hoe kan ik die man uitleggen dat ik niet naar Nigeria kan? ‘Jij bent anders,’ zei mijn moeder altijd tegen me. ‘Kijk naar hen, zij zijn zwart, jij niet, jij hebt de Westerse zon in je huid. Jouw lot staat geschreven in een andere taal. Op jou wachten andere betekenissen.’
Ik geloofde haar, want ik ben lichter dan mijn landgenoten. Ik was zelfs een blanke baby. Volwassenen raakten me aan als een klein wonder dat geluk kan brengen. ‘Zij heeft een bijzondere toekomst,’ mompelden oude vrouwtjes die alles van toekomst weten. Ik geloofde dat allemaal, tot ik hier kwam. Hier bestaan geen gradaties in huidskleur, hier ben ik zwart. Een zwarte hoer.
De ambtenaar zal het niet snappen. Hij zal niet begrijpen dat dit hoofdstuk niet in mijn sterren staat, dat ik een vreselijke fout moet hebben begaan om mijn lot zo drastisch te wijzigen. Hoe kan ik uitleggen dat ik niet kan terugkeren naar een oom die $ 60.000,- van me eist? En het met bloed geschreven contract verbreken? ‘Mag ik hieruit opmaken dat je niet meewerkt?’ vraagt hij kil. Weer zwijg ik. Hij maakt aantekeningen.
Na afloop van het gesprek brengen ze me opnieuw naar een gevangenis. Ditmaal niet in een politiebureau. Ze hebben een speciaal gebouw voor mensen zoals ik, mensen zonder land en zonder papier, die ‘vluchtgevaarlijk’ zijn.
Wat dat woord betekent, begrijp ik niet. Ik kijk naar mijn celgenoten of ik aan hen kan zien dat zij vluchtgevaarlijk zijn, maar ik zie niets bijzonders. Het zijn gewoon meisjes, zoals ik, met dezelfde nachtmerries die ze proberen te vergeten. We praten niet over ons verleden of over onze toekomst. We vlechten elkaars haren en pikken nagellak, waarover we dan weer ruzie maken, zodat de bewaking tussen beide moet komen. Misschien vinden ze dat wel gevaarlijk... maar wat dat met vluchten te maken heeft?
De komende weken zal ik ambassades bezoeken, van Ghana, Gambia, Senegal, Kameroen en van Nigeria. Ik moet er vragen beantwoorden, een ambassadeur neemt mijn gezicht in zijn handen en bekijkt me alsof ik een geit ben die hij overweegt te kopen. ‘Nee, ze hoort niet bij ons’, luidt steevast het antwoord. Ik ben handelswaar dat niemand wil, voor altijd op de plank ‘gevonden voorwerpen’.
Opeens is het over. Ze laten me vrij, omdat ze geen land kunnen vinden dat mij wil, dat papieren geeft om mij erheen te brengen en iemand zonder herkomst eeuwig vasthouden, dat doen ze niet. Als ze echt niet weten wat ze met je aan moeten, laten ze je vrij. Maar niet zonder voorwaarden: Ik krijg een brief waarin staat dat ik Nederland binnen 24 uur moet verlaten. Hoe ik dat doe, moet ik zelf weten, zonder paspoort, zonder geld, als ik het maar doe. Door me die brief te geven, kunnen ze me uit hun administratie halen. Officieel besta ik niet langer in Nederland, legde iemand me uit. Zo belangrijk zijn die papieren dus. Zij bepalen of je bestaat en waar je bestaat. Ik knijp de man die me uitlegt dat ik niet langer besta. ‘Au’, zegt hij. ‘Hoe kan je pijn voelen? Je bent geknepen door een niet bestaand persoon,’ antwoord ik. Hij vindt het niet grappig.

uit: Samya, verkocht (werktitel)

###

vrijdag 12 november 2010

Fundraising


Tonight is the fundraising diner for Congolese women. We assemble at the castle. The party consists of people from the US, Great Britain, China and the Netherlands. Each and every attendent works a high paid job at some big organisation or as owner of a company. We’re connected through work, keeping the other ones’ salary on level.

Everybody is dressed to the MAX. It may be a fundraising for a good cause; we still want to get something out of it for ourselves, so better look your best for a fine networking evening.

Wives-of bought new dresses. They look surprisingly similar, all according to the latest fashion, which is rather down coloured on beige and brown (natures colours) and civil looking. No outrageous red, green or orange in tonights’ dresses.

We enter the diner and find our names on papers formed like airplanes on the plates. A little joke by the gerent.
The meal starts. Eight courses. We perceive this as normal, after all we are eating for Congolese women at 300 Euro a person. A small reward may be expected.

For me, I sit next to an English couple, the husband to my right, his wife to my left. She looks like anything one would a British woman want to look like: sensible. Sensible hair, not too long, neither too short, easy when you are in a hurry to get to the office at mornings. She wears a likewise sensible dress, not too expensive, not too seductive (as a matter of fact not seductive at all), easy to wash and wear, and: decently appropriate for any occasion. She is kind of tiny and her beige and grey clothes make her look like a mouse from the attic of an abandoned house.

She refuses the champagne. He takes two glasses. I notice that during the meal she drinks but water, while her husband, on my right, drinks for the two of them. I wonder why she doesn’t drink a drop of the delicious alcoholic beverages they are offering.

As the diner evolves the guests start to act more informal towards each other. Finally I dare to pose her the question that’s been on my mind all evening. ‘Oh,’ she replies, ‘It is quite simple. I used to be an alcoholic, beating up my husband all the time.’ The rest of the table falls quiet. ‘What is she saying?’ a deaf guy asks loudly. ‘Sssh, I tell you later,’ his wife bats his hand. My English neighbour doesn’t seem to notice. She goes on: ‘One day he ended up in the hospital and me, I was arrested for domestic violence. It is better I don’t drink.’
The husband takes another sip of his Burgundy. ‘He drinks for the two of us now,’ she explains in a gaily manner. His hiccup loudly announces dessert, while the organizing committee thanks everybody for so generously supporting Congolese women.

###

zondag 7 november 2010

Gevlucht en gevangen

Uitgeprocedeerden in gevangenschap

Uit het rapport over vreemdelingendetentie van Amnesty, d.d. 5 november 2010, blijkt dat mensen die in Nederland asiel aanvragen en geweigerd zijn, nog steeds slechter behandeld worden dan in Nederland geboren criminelen.

Vaak wordt de bewaring opgeheven omdat er geen zicht is op uitzetting. In dat geval wordt die persoon ‘geklinkerd’, oftewel op straat gezet. Veel van deze mensen blijven (zonder rechtmatig verblijf) in Nederland. Zij kunnen een tweede, derde of vierde keer worden aangehouden en opgesloten. Amnesty, Vreemdelingendetentie in strijd met de mensenrechten, pag 12

Ze worden opgesloten in gevangenissen, zonder te weten voor hoe lang. Doktersbezoek of de weg naar een ambassade om het land van herkomst vast te stellen, gaat geboeid. Dagbesteding is er nauwelijks. Uitgeprocedeerden hebben geen recht op onderwijs of werk. Criminelen wel, zodat ze terug kunnen keren in de samenleving….

In Nederland worden ook kwetsbare mensen in vreemdelingenbewaring geplaatst: (niet-begeleide) minderjarigen, slachtoffers van marteling en van mensenhandel, zwangere vrouwen, (psychisch) zieken en ouderen. Amnesty, Vreemdelingendetentie in strijd met de mensenrechten pag 27

Amnesty stelt verbeteringen voor zoals vrijheidsbeperkende locaties, iets wat geen verbetering is. Ook vrijheidsbeperkende locaties, meestal in een slecht bereikbare uithoek van het land, met meldingsplicht en zonder zinvolle besteding (leren of werken mag niet) zijn mensonterend.

Uit de hele wijze waarop we hier in Nederland omgaan met vluchtelingen blijkt wantrouwen en angst. Dat is niet gezond voor onze samenleving, slecht voor de individuele asielzoeker en een voedingsbodem voor haat en destructie.

Misschien moeten we ons eens afvragen waarom iemand automutileert of in hongerstaking gaat, voordat we hem of haar in een isoleercel zetten, compleet met camerabewaking.

Misschien moeten we ons eens verplaatsen in de ander voordat we strafmaatregelen opleggen voor verblijf zonder papieren en eens bekijken hoe we die ander kunnen helpen. Daarmee helpen we ook onszelf, want degenen die teruggaan, gaan goed terug (en vrijwillig) en degenen die blijven, voegen waarde toe aan Nederland. Het kost minder euro’s en levert winst op, financieel, sociaal en individueel.

De kinderen worden samen met hun – in de handboeien geslagen – ouders naar een politiecel afgevoerd. Diezelfde dag worden ze overgebracht naar het detentiecentrum Rotterdam. Een paar dagen later worden moeder en kinderen overgebracht naar de vrijheidsbeperkende locatie in Ter Apel. Uiteindelijk bepaalt de rechter dat het gezin thuis de procedure voor de verblijfsvergunning mag afwachten. Inmiddels is die vergunning verleend. Amnesty, Vreemdelingendetentie in strijd met de mensenrechten pag 28

Wat het meest schokkeert aan het rapport van Amnesty is dat het feitelijk niets nieuws bevat: Al sinds de jaren negentig gaat Nederland op deze wijze om met asielzoekers. Ze worden opgepakt, gevangen gezet, voorgeleid aan ambassades en gedeporteerd als dat kan, wanneer dat niet kan, belanden ze weer op straat tot de volgende ongelukkige encounter waarbij om een identiteitsbewijs gevraagd wordt. Het woord 'illegaal' voor iemand zonder papieren, zegt in feite al genoeg. Zodra je groepen mensen als 'illegaal' bestempeld, criminaliseer je en je maakt de weg vrij voor maatschappelijke acceptatie om die 'illegalen' op te sluiten.

Vorig jaar, 2009, zaten er 300 minderjarigen in Vreemdelingendetentie

Vreemdelingendetentie in 2009
Instroom 7.867
Uitstroom 7.930

Duur
Korter dan drie maanden 56,4 %
Tussen drie en zes maanden 24,2 %
Langer dan zes maanden 19,4 %

Eerste half jaar 2010
Instroom 3.980
Uitstroom 4.010

Duur
Korter dan drie maanden 76 %
Tussen drie en zes maanden 9 %
Langer dan zes maanden 15 %
Bron: Amnesty International, Vreemdelingendetentie in strijd met de mensenrechten.


Als je een voorbeeld wilt over hoe de Dienst Terugkeer en Vertrek gesprekken voert zie: www.nonfixe.nl/het-faillissement-van-een-bot-land
Voor het rapport van Amnesty International: http://www.amnesty.nl


###

dinsdag 2 november 2010

Loterij vol Nieten


2 november 2010
De buschauffeur roept vanachter zijn stuur: ‘Je bent er.’ Een bleke jongen, heftig behaard, stapt uit. Zijn zwarte ogen smeulen. De chauffeur huiverde toen hij er in keek en de strippenkaart afstempelde. De jongen verdwijnt nu zonder om te kijken over de oprijlaan van de villa. Het grote huis vormt de kop van een psychiatrische inrichting. Erachter staan prefab woningen aan keurig bij gehouden laantjes die het gazon verdelen in geometrische figuren. Aangelegd. ‘Afgelegd’, denkt de bleke smeulende jongen. Hij meldt zich bij de receptie als bezoeker voor Pieter Vermeulen. ‘Orhan Michailelov is mijn naam.’ Hij spreekt accentloos Nederlands en poogt zowaar te glimlachen. Hij heeft een pakje in zijn hand, een cadeautje voor Pieter. De jongen is van zijn leeftijd, maar onschuldig blond. Zijn dicht bijeenstaande ogen kijken blauw verbaasd naar de bezoeker. Pieter krijgt nooit bezoek, alleen van zijn opa toen die nog leefde. Hij mag dan het syndroom van Down hebben, Pieter is niet gek. ‘Wie ben jij?’ ‘Ik kende je opa,’ antwoordt Orhan. ‘Ik heb hem vermoord,’ denkt hij en wendt zijn ogen af. Hij zegt: ‘Ik kom in zijn plaats.’

8 oktober 2010 in de avond
Je moet altijd eerlijk zijn, behalve soms. Toen de politie hem staande hield, kapotte voorlamp op zijn fiets, die uit een obscure stal kwam, voor een tientje op de kop getikt, voelde hij het wit van zijn ogen draaien. Mehdi dacht, ik moet normaal doen. En meteen daarna, 'Wat is normaal?' Hij tastte in zijn zakken naar zijn identiteitsbewijs. ‘Sorry, ik denk dat ik het vergeten ben.’ Hij noemde de naam en het adres van een vriend. Geboortedatum? Wist hij ook. Zorgvuldig uit zijn hoofd geleerd.
Ze ontmoetten elkaar in Rijsbergen. 'Asielzoeker' en 'Aanmeldcentrum' waren het eerste Nederlandse woorden die ze leerden. Een knik was voldoende herkenning. Daar in die wachtkamer, gezeten op de armloze stoelen die met stangen en schroeven aan de marmoleum vloer geklonken waren. Die wachtkamer bevindt zich nog altijd achter met prikkeldraad bekleedde hekken.
De slaapzalen in het centrum zijn ingericht voor acht mensen. Vier stapelbedden. Mannen en vrouwen gescheiden. In de kantine is brood, koffie, melk en cola te krijgen. Zwijgende asielzoekers herkauwen het vreemde voedsel langzaam. Een kind rent tussen de tafels. Wordt door de moeder terecht gewezen en op een stoel geplakt. Het is maar voor tijdelijk. Hier in Rijsbergen doe je toelatingsexamen, daarna ga je of op transport of naar een kamp. Mehdi’s landgenoot was plots verdwenen. Later ontmoette hij hem weer in een AZC, waar ze een kamer deelden met twee Somaliërs.

De agent kijkt Mehdi onderzoekend aan en vraagt nogmaals zijn naam. Zich bewust van het helle licht van de lantaarnpaal, wendt deze zijn gezicht wat af en zet een stap naar achter, terwijl hij de naam van zijn vriend noemt. De tijd in het AZC hebben ze achter zich gelaten. Mehdi kreeg geen status, zijn landgenoot wel. De brieven werden uitgedeeld als kaarten uit een dek: aas, boer, twee. Jammer, uitgeloot. Naast hen een vrouw uit Azerbeidjan met haar zoontje, ook beka, basta, klaar. Gezamenlijk verlieten ze het AZC. Mehdi heeft zijn vriend met status sindsdien niet meer gezien. Het adres dat hij de politie geeft, bestaat misschien niet eens meer. Mehdi haalt onzichtbaar zijn schouders op. Pech, zo is zijn leven nu eenmaal.
Hij moet mee naar het bureau en wordt opgesloten in een kleine betonnen ruimte met een bed en een tijdschrift. Mehdi verdwijnt voor lange tijd uit dit verhaal. In die periode wordt hij aangeklaagd en voorgeleid als terrorist. Maar Mehdi is geen terrorist. Hij is een man die zonder papieren in het land rondloopt, met het uiterlijk van een Moslim en het innerlijk van een communist. Mehdi leest al sinds zijn vroege jeugd Tolstoi en Nabokov, hiertoe aangezet door de broer van zijn moeder. De Russische literatuur is zijn grootste daad van verzet geweest tegen het regiem en was uiteindelijk ook de reden waarom hij zijn land moest verlaten. Subversieve literatuur kan je de kop kosten. Dat hebben ze in het Westen nooit begrepen.

Dezelfde avond niet ver daarvandaan
Twee straten verwijderd van de arrestatie van Mehdi pleegt Orhan, nu achttien jaar, een roofoverval op een sigarettenwinkel. Hij was zeven toen hij met zijn moeder asiel aanvroeg. Zijn moeder, die beweerde spionne te zijn voor de KGB, moest Azerbeidjan verlaten omdat haar man in het verzet zat. Van zijn vader kan Orhan zich nauwelijks iets herinneren. Hij weet nog dat het een imposant dikke man was met grote snor en bulderende lach die even bulderende klappen kon uitdelen waarbij Orhans moeder meestal de ontvangende partij was. Hij was tenminste een echte man, verweet Orhans moeder haar huidige echtgenoot regelmatig. Geen slampamper die genoeg heeft aan één vrouw, nee, hij bezocht er wel vier op één nacht. Ze had, met haar kind langszij, verteld tegen de immigratiedienst hoe ze langs de huizen van mensen ging en aanbelde. Dan stelde ze vragen waarvan ze de antwoorden op een formulier schreef. Op kantoor vergeleek ze de verhalen van buren en haar observaties. Wat niet leek te kloppen, gaf ze door aan hogere autoriteiten en steevast volgde politiebezoek op de adressen die door haar als dubieus werden bestempeld. Oorlogen, geweld en maffia-praktijken, gecombineerd met het kliksysteem dat zijn moeder toegewijd had gediend, maakten hun leven onmogelijk toen de bescherming van de man in huis wegviel. Orhan heeft er geen idee van wat er met zijn vader is gebeurd, maar hij begreep dat die ergens in een cel zat weg te rotten. Hoewel de Nederlanders geen woord geloofden van de fantastische gruwelverhalen die zijn moeder keer op keer aandikte, mocht Orhan hier wel naar school.

Ogenschijnlijk onderscheidt hij zich in niets van een Hollandse jongen, behalve misschien de volle donkere beharing die als een vacht op zijn schouders groeit. Het bont wordt gevoed door een vuur op kolen van haat, dat op een moment zoals nu, tijdens de overval, door zijn ogen naar buiten vlamt. Hij kent Nederland beter dan de meeste Nederlanders het kennen. Overal gewoond, van Friesland tot Maastricht. Op veel plaatsen ondergedoken gezeten, met andere bibberende illegalen die zich wanhopig vastklampten aan het idee ooit een verblijfsvergunning te krijgen die nooit kwam, in leven blijvend met baantjes als afwasser en bouwvakker of bollenplukker. Zijn moeder werkte hard in huizen van mensen die ze schoonboende tot de verf van de keukenkastjes afgeschuurd was. Ze verdiende redelijk veel geld. Geld dat ze alleen uit konden geven aan consumptiegoederen. Want een huis huren kon niet zonder ingeschreven te staan. Ze leefden op een kamer bij een organisatie die vluchtelingen opving en moesten dankjewel zeggen tegen de vrijwilligers die te pas en onpas binnenkwamen en steeds nieuwe huisregels bedachten.

Orhan had al jong alle soorten speelgoed en merkkleding die er te koop waren. Hij had alleen geen vrienden om mee te spelen. Na school ging hij direct naar huis, waar hij zwijgend de taart at die zijn moeder voor hem in de ijskast had gezet, terwijl hij cartoons keek op televisie. Op school werd hij gepest, wat verwacht je anders: een stille bleke jongen, net iets te dik, met pikzwarte haren die nooit mee deed. Die niet mee ging op schoolreisjes naar Fantasialand omdat dat in het buitenland ligt. Orhan wilde wanhopig erbij horen. De samenleving hield hem angstvallig buiten. Zijn moeder ontmoette een zwaar door de oorlog beschadigde Koerd. De man trok bij hen in en werd zijn surrogaat vader. Meestal zat hij stil op de bank, gordijnen dicht, af en toe een snik. Hij was geen echte man, begreep Orhan uit de verwijten van zijn moeder. Maar hij had wel status!

Ze trouwden. Het was een vreugdeloos feest waar Russinnen kanten taarten aanboden en Kosovaren valse muziek speelden. De man kreeg een baantje bij een Turkse garage en verdiende net genoeg om Orhan en zijn moeder in Nederland te houden. Ze huurden een huisje in een wijk waar alleen allochtonen wonen en voor het eerst in zijn leven kreeg Orhan vrienden. Na een paar jaar gingen ze zelfs op vakantie. Van het geld dat zijn moeder zwart bij verdiende, boekten ze een reisje naar Mallorca. Het werd een groot fiasco. Paspoortcontroles en grimmige douanes wekten begraven herinneringen bij de surrogaat vader. Hij verloor zijn laatste beetje verstand op Schiphol en sloeg een van de beambten, waardoor hij in de cel belandde. Orhan besefte dat zijn leven voor altijd zwart zou blijven toen hij met zijn moeder een taart bracht naar de nieuwe papa die gevangen zat in een bunker. Hij had, ondanks de sneren van zijn moeder, al zijn hoop op die magere stille man gevestigd. Maar die was helemaal uit zijn lijf vertrokken en zou er pas jaren later in terugkeren. Te laat om Orhan te redden.

De roofoverval op de oude sigarettenverkoper verloopt bijna volgens plan. De kassa zit vol en de sigaretten die ze buit maken, kunnen ze gemakkelijk kwijt. Het was niet de bedoeling om de man te doden. En nog minder om zijn rode kater van kant te maken, die vals uithaalde naar een van de overvallers. Ze zijn weg voordat de politie zelfs maar gebeld is. Juichend als onoverwinnelijke gladiatoren scheuren Orhan en zijn vrienden door de nachtelijke stad. Ze minderen vaart als ze bij een lantaarnpaal twee agenten zien die een man ondervragen en even later geboeid in de politiewagen zetten.

Einde
Het verhaal van de geslaagde overval maakt Orhan korte tijd tot straatheld. Meisje die hem voorheen niet zagen staan, klampen hem nu aan met verleidelijke blikken. Blonde meisjes, Nederlandse meisjes! Maar de roes duurt kort. Eerst bezoekt de rode kater van de winkelier zijn dromen en later de bebloede man zelf. Hij praat tegen hem. Orhan zoekt op Internet. Hij vindt uit dat de winkelier een kleinzoon had, Pieter. Pieter Vermeulen, die woont in een centrum voor mensen met een beperking.
Ondertussen wordt Mehdi veroordeeld voor de overval op de sigarettenzaak en gedeporteerd naar Noord Irak. Er is nooit meer iets van hem vernomen.

###