vrijdag 15 oktober 2010

Facebook on stage


Martina hesitatingly speaks out oneliners about herself. She is alone in the large space. Nobody answers her. Then from the dark a girl called Micha says: ‘I like this’. Martina found her first friend. After that, things grow easy for Martina. The number of followers accumulates and she gets cloud. They push the button, ‘like’, whatever and whenever Martina shares. Martina is popular; she has value kindly provided to her by her followers.

Juvenile absolutism is as old as youth itself. Teenagers judge themselves and their peers, like a forest the autumn – the more fallen leaves, the more autumn – the more friends, the more Me.
Nowadays you need at least some 200 friends to count.

Anastasia enters the room. She has a problem. Talks about the help she gets. She is gonna be a good girl. ‘Boring’, is the verdict. Anastasia, an energetic girl, is thriving for attention. ‘Boring? Let me show you!’ Anastasia starts to strip. In the meantime Martina hurts herself in public: ‘I’d like to share this with you’.

Five girls suffer from a disease called ‘emptiness’. Hollow phrases ‘like’ and ‘dislike’ deliver instant gratification, but offer no grounding. And you need more, more, more...

Who am I? if my identity is decided by the likes and number of barely known followers. How can I keep standing barely dressed on my high heels – trying to look sexy and to evoke admiration - against the dark purple background of contemporary economic crises, divorcing and self-absorbed parents and migration issues.

Dancing frantically, ‘sharing’ even more frantic. No direction, alone in a crowded world, complete chaos, sex, violence and eventually death. Emptiness is what they feel, and they don’t have a clue how to fill the hole.

‘I can ride a horse whilst juggling so marry me’ by Jan Martens. Seen at theatre de NWe Vorst, Tilburg

###

donderdag 14 oktober 2010

Tussen door

Dan wordt het helemaal zwart rond mijn hoofd. Ze hebben me iets ingespoten om me rustig te maken. Ik weet, zie, hoor en zeg niets meer tot er twee dagen voorbij zijn en een ambassade mannetje naast mijn ziekenhuisbed zit. Zo eentje in een blauw pak met trendy overhemd die mijn zoon had kunnen zijn, qua leeftijd dan, want zo’n zoon zou ik nooit grootbrengen. Wat heb ik gedaan om wakker te worden en dat hoofd, dat zich nog nooit geschoren heeft, nooit zal hoeven scheren, als eerste te zien. Die stem, mezzo sopraan acterend als tenor, als eerste te horen. ‘Wat heb ik gedaan?’ Keurig articulerend en zorgvuldig in het formuleren van zijn antwoord, zegt de in blauw pak en trendy overhemd geklede nog nooit geschoren jongeling: ‘U heeft zich gemengd in zaken waar u beter uit had kunnen blijven.’ ‘Vertel me iets nieuws!’ ‘U moet rustig zijn, dat is beter voor u.’ ‘Zusterrrrrr!’ Een verpleegster op dunne benen met beweeglijke armen en een spitse neus komt aangesneld. Alles aan haar wiebelt. Zelfs haar hoofd blijft geen seconde stil. Ze jaagt de ambassade peuter weg van mijn bed en begint druk aan de dekens te frommelen, lakens recht te trekken, kussens op te schudden, me water te voeren. Alles tegelijk.

###

maandag 11 oktober 2010

Seeing things differently



The V1 hit the house of God in a devastating and ear blowing crash. The walls crumbled, the cross fell on the altar breaking into pieces, flyblown stones tore the air. Joost felt a sting in his head, cutting the soft structure of his left eye. Then it went dark. When he gained consciousness, he was at the hospital. His left eye was gone forever, his friend as well. The boy, with whom Joost traded places, was found dead underneath the debris.
Since then he saw things different from most of us. Joost grew up without depth, in a flat world, perspective being something invisible. Yet he learned to draw it. His father taught him.
Seeing what others can’t see and being blind for what is common to most, has an impact on the thinking. ‘A painting,’ Joost claimed when in his forties, ‘is by nature a flat surface. I, as painter, have to respect that quality.’ ‘You are not being consequent,’ I accused him, pointing at ‘Museum’, a mixed media on board with a very eye-catching, three dimensional head drawn in a blue circle. ‘There is also a stair, which is definitely not flat.’
He didn’t agree. For him each work of art inhibited its own needs and urgencies. The inner need of a painting is the only absolute law he accepted while working. ‘Sometimes you have to be inconsequent, for the sake of the piece. There is a necessity for every line, colour and form. If the painting requires perspective, I put it there.’ Then I noticed he didn’t only draw or paint the third dimension in this work, he actually attached another piece of board on it, which leaves a small rim of shadow. ‘And that? What is that?’ I asked, nineteen years old and very keen on outsmarting dad. ‘That’s for real,’ he simply answered.
Eleven years later, 1993, the monograph of Joost is presented in Galerie Hüsstege combined with an exhibition. Werner Moonen, friend and colleague of Joost, closely watches ‘Museum’. ‘What a painting! He defies every rule, yet it all adds up to the strength and power of the work.’
More on Joost? see www.sicking.nl
###

vrijdag 8 oktober 2010

Twitter: carosicking

Gisteren een twitteraccount aangemaakt. Wat er leuk aan is? Open source: direct informatie van de mensen die je volgt. Ik volg nu zo'n beetje heel politiek Den Haag. Ja, ook blondie, dan weet je tenminste wat er in die hoofden omgaat... Oneliners daar zijn ze in gespecialiseerd. Voor mij een goede oefening: zoals Socrates al zei: 'Ik schrijf je een lange brief, want had geen tijd voor een korte'.

####

maandag 4 oktober 2010

Rechtbank Amsterdam beschermt democratie


Het proces tegen Wilders gaat over uitspraken (in kranten, op internet en op televisie) die discriminerend zijn en aanzetten tot haat, of dit zo is. Openbare uitspraken dus, die we allemaal hebben kunnen horen, zien of lezen. We weten dus allemaal dat hij schuldig is, tenzij hem woorden in de mond zijn gelegd, hij het niet zo bedoelde of ontoerekeningsvatbaar was.

Wilders beroept zich op twee basisrechten: zwijgrecht en recht van meningsuiting.
Zwijgrecht, omdat hij:
1. politiek gezien zijn eigen uitspraken niet kan ontkennen of toegeven dat hij niet zo goed wist wat hij deed (dat kost stemmen)
2. strafrechtelijk gezien zijn eigen glazen ingooit als hij toegeeft racistische opmerkingen te maken en haat te zaaien.
Het recht van meningsuiting dat Geert Wilders voor zichzelf opeist, gunt hij anderen niet. Maar dat is niets nieuws. Dat weten we al lang. De rechtbank in Amsterdam weet dat. Sterker nog, zelfs Geert Wilders en zijn advocaat weten het.
Net als Rutte en Verhagen, die hard voor aap spelen (horen, zien en zwijgen).
Wilders heeft op 1 punt gelijk: in dit strafrechtelijke proces staat de vrijheid van meningsuiting centraal. Doch, niet de vrijheid van 1 man, maar van een heel land.
Kortom het gaat om de grondvesten van de democratie, een politiek stelsel waarin de meerderheid besluiten neemt, MET IN ACHTNEMING VAN DE BELANGEN VAN DE MINDERHEID. Dat laatste wordt nogal eens vergeten in de race naar de macht. En dat terwijl de huidige meerderheid nota bene bestaat uit 1 zeteltje dat ieder moment kan omvallen.
###

zondag 3 oktober 2010

Het waargebeurde (!) verhaal van de kleine prins

De kleine prins is ondeugend. Zijn geelbruine ogen, die lijken op de ogen van een wolf, zijn voortdurend op zoek naar nieuwe avonturen. Behalve als hij iets wil. Dan lijken zijn ogen op de glanzende vulling van een ontzettend lekker snoepje, zo zoet dat je het nog proeft als je het doorgeslikt hebt en er nog wel eentje wil, maar dat mag niet.

Hij heeft wilde zwarte haren die alle kanten op kunnen staan en als hij springt, vliegen ze omhoog waardoor hij groter lijkt. Maar hij is niet al te groot. Hij denkt zelf van wel. Zijn witte kraag blijft altijd onberispelijk, waardoor hij, als je hem op een afstand ziet, op een heertje lijkt. Van dichtbij, zodra die wilde haren en die ondeugende wolvenblik duidelijk zichtbaar zijn, weet je wel beter. Zijn naam is Snitsel, Prins Snitsel. Zijn bijnaam is Wolfman Jack.

En het is niet eens volle maan. Het is een mooie zondag met hoge temperaturen voor de tijd van het jaar. Hij verveelt zich een beetje. Is nog niet uit geweest en thuis heeft hij het wel gezien. Hij heeft net een elektriciteitsdraad opgegraven in de hoop dat het een schat was. De pvc buis waar de draad doorheen loopt, was te hard om te kraken en bovendien ook niet echt uitdagend. Het ding ligt stil en gladjes onder de grond. Smaak noch kraak.

Achter de hoge heg, met bramen, blaft een jonge hond. Snitsel kan hem niet zien. Voor de heg staat een houtwal van ongeveer een meter hoog. Zoals gezegd, onze prins is niet zo groot als hijzelf vermoedt. Er glinstert iets in de geelbruine ogen. Het begin van een plan. Nog voordat het plan gerijpt is, springt hij op het krakende hout. Een muis schiet weg. Hij probeert hem te vangen, maar is net te laat. Jammer. Maar goed, hij staat toch mooi op die wal en heeft leuk uitzicht. Alleen niet door de heg.

De hond blaft nog een keer. Hij hoort hem dichtbij snuiven. Aan de andere kant van de takken. Au, een braamtak steekt naast zijn oog. Nu laat een echte vent zich niet afschrikken door braamtakken en ander gespuis. Snitsel gaat op onderzoek uit. Hij loopt over het krakende snoeihout. Helemaal naar de hoek. Daar is de compost hoop. Lekker zacht en vol rottende appels. Hé, hier is de heg minder dicht. Even kracht zetten. Plof. Snitsel landt parmantig in de tuin van de hond. Die komt op hem afgestoven. Even een robbertje vechten, altijd leuk. ‘Ik ben toch sterker,’ denkt Snitsel en gromt zijn tanden bloot. ‘Zo die is weg.’ De deur naar het huis staat open. Nieuwsgierig steekt Snitsel zijn neus naar binnen. Het ruikt er lekker. Hij loopt door, zich niet realiserend dat hij nu een heuse inbreker is. ‘Aha, daar boven, daar liggen koekjes.’ Daarboven, is het blad van een bureau. Het is niet veel hoger dan de houtwal. Bovendien thuis wandelt hij ook graag over de tafels. Hop. Hij zit er al op. Zijn neus in het pak speculaas.

Wie het ergst schrikt, weten we niet, maar de bewoner van het huis en Snitsel zien elkaar tegelijkertijd en bij beiden gaan de haren overeind. ‘Bram!’ De man roept zijn hond, maar die komt niet meer. Die kijkt wel uit. ‘Oeps’, denkt Snitsel. ‘Foute boel.’ Ditmaal missen zijn geelbruine ogen, die kunnen flemen als de vulling van het lekkerste snoepje, hun uitwerking. Hij probeert het door op zijn rug te gaan liggen en rolt met zijn staart de papieren van het bureau. ‘Wie ben jij?’ roept de man. ‘Ga weg!’ Lenig springt Snitsel op de grond en rent door de deur naar de tuin. Staart tussen zijn benen. Hij kijkt niet naar de hond. Geen tijd. ‘Wegwezen,’ denkt hij.

Plof, hij landt weer veilig tussen de rotte appels naast de houtwal. Iemand roept zijn naam. Vrolijk kwispelend, alsof hij het liefste prinsje ter wereld is, rent hij naar zijn baasje. Alleen een druppel bloed, boven zijn snoepjesoog verraadt zijn escapade. Maar dat maakt hem niet uit. Hij mag mee naar het bos.

####

zaterdag 2 oktober 2010

construct notes on Joost' website


Joost Sicking was a one eyed pirate who lost his left eye when he was a child in world war two. Due to bombing. His companion did not survive. So he was considered lucky.
Born in 1932, third son of the classical painter and director of the Tilburg Art academy (now Fontys) Henri Sicking. Educated in Antwerp and Gent, Belgium. Forgetting everything he was taught five years after. Loving Helma more than life. Painting and drawing 24/7. He passed away in January 1986 when his hart stopped beating.
The month before his death, he visited old and neglected friends. He made sure his mother in law, who suffered of Altzheimers’ disease, was taken care of. The week before the attack stroke his hart with a deathly blow, Joost dreamed he called his wife, Helma, but she did not hear him. He was supposed to go on a holiday with his son, Bald. After returning he would begin a whole new painting period, he told Helma. These paintings, she acknowledged, could now only be seen in the sky. The Dutch famous light falling down on the country through clouds, raindrops and hesitating rays of sun are, since Joost died, his private paintings to her. She left life ten years later.
This site is, shortly before the fifth lustrum of Joost’ passing, a kind of overview of his works. We are still busy constructing it. What you see is not what you get. You get more. Much more. Give us some time.
After we’ve finished putting all the paintings he made on the Internet (the paintings we know that exist), there is still more to get. We publish only images of the art, not the paintings, drawings and objects themselves. Reality is better! Colours are more composed and bright, sizes fit, skin is visible. In art, materials matter. It is like a photo of someone you love, the photo never matches the person, you just catch a glimpse.
For the glimpse: www.sicking.nl
Enjoy,
Caro

###