donderdag 14 oktober 2010

Tussen door

Dan wordt het helemaal zwart rond mijn hoofd. Ze hebben me iets ingespoten om me rustig te maken. Ik weet, zie, hoor en zeg niets meer tot er twee dagen voorbij zijn en een ambassade mannetje naast mijn ziekenhuisbed zit. Zo eentje in een blauw pak met trendy overhemd die mijn zoon had kunnen zijn, qua leeftijd dan, want zo’n zoon zou ik nooit grootbrengen. Wat heb ik gedaan om wakker te worden en dat hoofd, dat zich nog nooit geschoren heeft, nooit zal hoeven scheren, als eerste te zien. Die stem, mezzo sopraan acterend als tenor, als eerste te horen. ‘Wat heb ik gedaan?’ Keurig articulerend en zorgvuldig in het formuleren van zijn antwoord, zegt de in blauw pak en trendy overhemd geklede nog nooit geschoren jongeling: ‘U heeft zich gemengd in zaken waar u beter uit had kunnen blijven.’ ‘Vertel me iets nieuws!’ ‘U moet rustig zijn, dat is beter voor u.’ ‘Zusterrrrrr!’ Een verpleegster op dunne benen met beweeglijke armen en een spitse neus komt aangesneld. Alles aan haar wiebelt. Zelfs haar hoofd blijft geen seconde stil. Ze jaagt de ambassade peuter weg van mijn bed en begint druk aan de dekens te frommelen, lakens recht te trekken, kussens op te schudden, me water te voeren. Alles tegelijk.

###

Geen opmerkingen:

Een reactie posten