dinsdag 22 februari 2011

Naweeën

Pats. Ineens is het donker op de paar kaarsen na, die extra vrolijk branden door de nadruk die de nacht op hun vlammen legt. De competitie met de gloei- spaar- & ledlamp voorbij.
Op straat lopen mensen met zaklantaarns. Het kleine winkelcentrum is deze koopavond een spookhuis geworden waar mensen elkaar vinden op de tast, herkennen op gehoor, waar kassa’s en bonuskaarten dienst weigeren en het winkelpersoneel verward gehaast alle klanten naar buiten probeert te leiden door deuren die normaal gesproken elektrisch openen en nu enkel een smalle doorgang zijn, gestokt in een beweging op het moment dat het hele dorp en enkele omringende kernen door de nacht werden overvallen. ‘Mijn schoonzoon heeft zijn restaurant vol mensen zitten, maar hij kan niet koken zonder stroom,’ zegt een buurman die ik per ongeluk verblind met mijn lichtblauwe knijpkat. Zo’n grote storing geeft altijd een gevoel van opwinding die mensen nader tot elkaar brengt. Maar het moet natuurlijk niet te lang duren. Een half uurtje ditmaal. Te overzien zou je denken. Maar dan komen de naweeën.

‘Ik heb geen Internet. Heb jij Internet?’ ‘Verrek, ik ook niet.’ ‘Misschien is de router van het padje. Even resetten.’ De router wordt gereset. Computers opnieuw opgestart. Maar nog steeds geen Internet. SMS naar onze man van de systemen, Ruud Prompt. Binnen vijf minuten is hij ter plekke. ‘Ik was toch in de buurt.’ Ruud kruipt manhaftig in de kast waar de server staat. Ai, een hardware probleem. En dat op vrijdagavond om 23.00h. Een heel weekend zonder Internet! Iedereen in paniek: werk, huiswerk, en niet te vergeten het broodnodige contact via sociale media - afgesloten. We moeten het met elkaar doen. Eeeeek, niet meer aan gewend.
Zaterdagochtend overwegen we om maar weer eens een papieren krant te kopen. Welke? Je koopt een, twee of drie kranten, maar het is saai. Er staan teveel letters in die je niet wilt lezen en een heleboel andere artikelen ontbreken.
Gelukkig, Ruud belt aan. Hij neemt de oude stofbak die dienst weigert en ons toegang tot de wereld ontzegt – de dictator! – mee voor een goede beurt. Lekker puh! Dezelfde avond nog hebben we weer beeld, Prompt heeft z’n naam eer aangedaan.

Dan is het zondag. De vaatwasser begaf het maanden geleden al. Afwassen blijkt zo zijn voordelen te hebben, vooral omdat de kinderen er door gestimuleerd worden om te koken (wie kookt hoeft niet af te wassen) Gretig proberen ze allerlei recepten. Gretig proeven wij de baksels.
Dus Ma moet afwassen en misschien de kids eens leren om op te ruimen tijdens het koken, niet iedere pan uit het kastje te trekken en meer van dies. Hey, het water is ijskoud, lijkt wel afkomstig van een gletsjer. Eentje die nog niet ernstig gesmolten is, maar waar je het ijs nog in voelt prikken op blauw aanlopende handen. Misschien is de (elektrische) boiler leeg? Half uurtje wachten, ondertussen het nieuws checken op twitter en eclectisch digitaal kranten lezen.
Nee dus, het ding is kapot. Alle dingen die in kasten zitten hebben besloten dit weekend kapot te gaan. Water koken en met emmers van de badkamer naar de keuken lopen. Afwassen is een sport en dagtaak geworden.

‘Nee mevrouw, die is niet te repareren. Het is bovendien een vreemde boiler. Hij ligt. Die heb ik niet op voorraad,’ zegt de loodgieter. Hij vertrekt. Ik ga twee emmertjes water halen, in de badkamer. ‘Jongens, vanavond een eenpansgerecht! En allemaal met de lepel uit de pan eten.’ Gelukkig koken we op gas.

###

Geen opmerkingen:

Een reactie posten