donderdag 12 april 2012

Schemering

En daar lopen ze dan, achter de rolstoel. Het had ook een rollator kunnen zijn. Die leeftijd hebben ze inmiddels wel. De twee vrouwen die hun mannen voortduwen voorbij mijn raam. Wat zijn ze? Zestig, zeventig jaar. Kwiek pratend. De echtgenoten kwijlend in hun slaap voortgeduwd. Ik luister hen na. De lage stappen van de lage hakken klinken door de woorden.

Ondertussen zit het meisje in het vliegtuig op weg naar haar moeder.
Ze praten over het verleden alsof het de toekomst is. Het meisje in het vliegtuig luistert stil. Het voorland, het vaderland. Stiekem kijkt ze naar de man links van haar. Hij slaapt met zijn mond open. Licht gesnurk met een vage geur van whisky.
Ze denkt over de toekomst in de verleden tijd.

Een hond blaft en ergert de buren. De moeder van het meisje slaapt vannacht niet. Morgenvroeg ziet ze haar dochter na vijf jaar.

De vrouwen met de rolstoelen draaien de hoek om. Geraas overstemt hun gesprek. Ze staan een moment stil en kijken naar boven. Even zijn ze in een rechte lijn verbonden: het meisje met het voorland en de vrouwen met het achterland. De lucht trilt. Een passerende fietser merkt het niet. De vrouwen doen een knoop van hun jas dicht. Het meisje in het vliegtuig trekt haar sjaal over haar hoofd.

Dan valt de schaduw in de laatste schemering.

afbeelding: Stad van de mens, Joost Sicking, hout en verf, 1969

###

Geen opmerkingen:

Een reactie posten